Het nieuwe jaar verkeert al weer in de tweede maand, dat gaat naar mijn gevoel ongekend snel en neemt bij mij de druk toe om weer eens te gaan schrijven…
Er gaan zoveel dingen door mijn hoofd om over te hebben, zoals gewoonlijk over zaken van overheidswege waarvan ik de logica niet kan volgen laat staan begrijpen.
Ik weet het, het spel speelt zich af op politiek gebied, met en door een coalitie van vier partijen, dan is het gehalte aan ratio bij heel wat beslissingen heel ver te zoeken.
Dat is nog enigszins te verkopen als het om alfazachte economisch-sociologische keuzes gaat, maar over bétaharde vraagstukken als b.v. klimaat en stikstof, waar je volgens structurele natuurkundige regels zowel probleemstelling als oplossingen kan beredeneren en doorrekenen, wil ik toch kunnen begrijpen waar het over gaat.
Eén van mijn favoriete onderwerpen – een ergernis eigenlijk – is het gebruik van rekenmodellen voor het maken van beleid. Nou ja, zeg maar gerust het misbruik van rekenmodellen.
Soms lijkt het op domheid, maar zeker gebrek aan kennis, doch op het niveau van een uitvoerende macht als het kabinet zou ik toch denken dat als je gebruik maakt van de beschikbare expertise en kennis om alle aspecten van een complex onderwerp als het klimaat te laten belichten en tot een weloverwogen besluit te komen over het nemen van maatregelen.
Het begint natuurlijk eerst met de introspectie dat je als bewindspersoon een gebrek aan inzicht hebt over het onderwerp waarvoor je verantwoordelijkheid draagt.
Hier ligt dus de bron van mijn ergernis, zeker als je op basis van een rekenmodel zoiets als een klimaatcrisis uitroept en woorden gaat gebruiken als ‘do or die’ om klimaat programma’s door de strot van de mensen te duwen. Niets is echter minder waar…
Waarschijnlijkheidsleer
Rekenmodellen worden veel gebruikt om theoretische scenario’s door te rekenen. Daarmee kun je van tevoren een inschatting maken van welke parameters heel waarschijnlijk van invloed zijn op de gewenste uitkomst(en).
Nadruk ligt hier dus op het woord ‘waarschijnlijk’ dat suggereert dat de uitkomst(en) niet 100% zeker is(zijn) totdat je het model hebt toegepast en gevalideerd. Zodoende kun je een plan maken voor het uitvoeren van veranderingen en daarbij rekening houden met onzekerheden. Zo zou het moeten gaan.
Voor een beter begrip van het werken met rekenmodellen moet je een luisteren naar de uitleg van Prof. dr. Ronald Meester, hoogleraar Waarschijnlijkheidsleer aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Ik heb hem een paar keer beluisterd bij Marianne Zwagerman (podcast Op z’n Kop!, NPO Radio 2) en Jort Kelder (podcast De Jortcast, NPO Radio 1).
Het is een feest om naar zijn uitleg te luisteren over het interpreteren van rekenmodellen. Het komt hierop neer dat rekenmodellen een subjectief idee is van de maker(s) en vol zitten met aannames/parameters die je naar believen kunt instellen om de uitkomsten te sturen naar de verwachtingen van de makers e/o opdrachtgever.
Ik zou willen dat de kabinetsleden eens een keer met hem een kopje koffie ging drinken, het zou hun inzichten in het gebruik van modellen terstond verbeteren en veel van de huidige klimaat en stikstofprogramma’s ondermijnen…En ik voorspel dat dat ‘do or die’ verhaal dan ook ter plekke dood bloedt…
Complexe factoren laat je buiten je rekenmodel
Ik als kritische geest en zoekende naar een contra geluid dan de oppervlakkige mainstream napraters, heb mijn begrip over klimaatmodellen vergroot via het bestuderen van andere wetenschappelijke bronnen op Internet. Zo ben ik achter de beperkingen van de door IPCC gebruikte klimaatmodellen gekomen.
Er zijn natuurkundige factoren die zo complex van aard zijn om beschreven te worden in rekenmodellen – of niet begrepen worden – dat die factoren door de modellenmakers buiten het model zijn gelaten.
Ik noem een paar van die natuurlijke factoren die van invloed zijn op het klimaat en die niet (eenvoudig) zijn te vatten in wiskundige modellen en dús worden genegeerd door de modellen makers. Ook de IPCC geeft dit toe, las ik!
Dat zijn a) de wolken (waterdamp is de grootste broeikas), b) de bewegingen van de continentale platen, c) oceaan schommelingen/stromingen en d) zon en de geometrische veranderingen in het heelal waar de aarde een onderdeel van is…
Als leek voel ik wel aan dat het een heel moeilijke, zo niet onmogelijke taak is om al die factoren in wiskundige modellen te vangen in een samenspel met alle andere aannames in een klimaat model…
Ondanks al die onzekerheden bestaat er in de rijke, welvarende westerse wereld geen enkele twijfel dat we klimaat verandering kunnen stoppen door CO2 uitstoot te elimineren.
En oh ja, nu ik CO2 genoemd heb, al die modellen zijn ook zodanig afgesteld dat de uitkomsten de verwachtingen van de modelleur e/o opdrachtgever zullen bevestigen.
Met andere woorden, dat CO2 als oorzaak wordt bestempeld voor opwarming van de aarde is niet anders dan een uiting van de meningen van de makers en de opdrachtgevers van de rekenmodellen…!!!
Intussen gaat dit kabinet 35 miljard uitgegeven aan een illusionaire hobby als het redden van de aarde, terwijl de niet westerse wereld daar geen boodschap aan heeft en waar het leven doorgaat als gewoonlijk.
Volgens prof. Meester is ook het geklungel met stikstof gebaseerd op een theoretisch rekenmodel waarvan de uitkomsten geen enkel verband hebben met werkelijk gemeten waarden. Voor deze hobby heeft het kabinet even 25 miljard gereserveerd…
Ook rekenmodellen voor windmolens en Schiphol…
Bovendien is het nog erger met dat misbruik van modellen door de overheden, want volgens de hoogleraar zijn ook de modellen voor windmolenherrie, Schipholherrie, etc. behept met dezelfde beperkingen, want ze berusten alle op theoretische meningen van de makers en zijn niet geverifieerd met werkelijke metingen in het veld…niet vergeten: de opdrachtgever kan sturend werken op de uitkomsten…
Bij het ter perse gaan van dit verhaal las ik dat Stichting Stikstofclaim een kortgeding heeft aangespannen tegen de overheid om het stikstofmodel Aerius stil te leggen (kijk op hun website).
Volgens de eisers ontbreekt het model een wetenschappelijke basis en is het niet getoetst met veldmetingen. Op 28 februari 2023 is de zitting bij de rechtbank in Den Haag. Benieuwd hoe dit zich gaat uitpakken. Ik hoop dat ze aan Prof. dr. Ronald Meester gedacht hebben om de rechters uit te leggen hoe het precies werkt met die modellen…
Vergeet niet om te gaan stemmen op 15 maart a.s.!!
Tot de volgende keer…